dinsdag 31 juli 2012

Te duur

Toen ik vorig jaar met mijn moedertje bij een cardioloog zat, althans, een cardioloog in opleiding, om te kijken wat er gedaan kon worden aan haar hartfalen, bestond het de sukkel om haar te vertellen dat een pacemaker er niet in zat omdat het een veel te dure behandeling zou zijn. Dat zei deze halve specialist letterlijk zo. Te duur.

Onnodig te zeggen dat zowel mijn moeder als ik, na eerst vol ongeloof vastgenageld gezeten te hebben aan onze stoelen, woest waren om de uitspraak van deze randdebiel. Uiteraard hebben we hem van repliek gediend, een dijk van een klacht ingediend en een second en third opinion aangevraagd.
Resultaat? Mijn moeder heeft nu een ICD en heeft een kwalitatief beter leven dan voorheen. Minder kortademig, kan langere stukken lopen, waardoor ze weer eens ergens komt met als gevolg dat ze weer enigszins van het leven kan genieten. 
De klacht? Nooit meer iets van gehoord! Als mijn moeder "Van Oranje Nassau" had geheten was deze hele geschiedenis een tikkie anders gegaan kan ik u vertellen. Dat was er op geen enkele wijze over geld gesproken. Dan was er een blanco cheque uitgegeven.

Het gevecht dat gewone mensen als u en ik moeten leveren bij artsen om iets gedaan te krijgen tegen de klachten waarmee wij ons tot hen wenden is ontaard in een ordinaire centenkwestie. Artsen kijken niet meer naar of een behandeling medisch gesproken zin heeft en of er na een behandeling meer kwaliteit van leven te verwachten is. Nee, men kijkt tegenwoordig naar het kostenplaatje.

De neoliberalen van Nederland schrijven doodleuk (website Liberale Media) dat er geen marktwerking in de zorg is omdat de patiënt immers geen consument is, maar wat deze gruwelen der natuur vergeten is dat er over de ruggen van (ernstig) zieken aardig gemarchandeerd wordt. De patiënt is inderdaad geen consument, maar ook geen patiënt meer. De patiënt is het lijdend voorwerp geworden in een walgelijke neoliberale marktwerkingsrace om de meeste centen.

Het College voor Zorgverzekeraars, een overheidsinstelling waar afgeserveerde politici en ambtenaren naar worden weggepromoveerd, doet daar nog eens een schepje bovenop:
Het CvZ adviseert de minister om medicijnen voor enkele zeldzame aandoeningen niet langer meer te vergoeden. Simpelweg omdat het te duur is.
Nu bestaat de raad van bestuur van het CvZ uit drie mensen. Arnold Moerkamp, Bert Boer en Marian Grobbink.

Arnold Moerkamp is een bouwkundig planoloog. Zeg maar een opgewaardeerde metselaar.
Bert Boer is een huisarst. U weet wel, een generalist. Weet van alles een beetje en niets van het geheel. Voor iedere puist wordt u doorverwezen naar een specialist om vervolgens een dikke rekening te presenteren aan uw zorgverzekeraar.
Marian Grobbink is een verandermanager. Als u weet wat dat in godsnaam is, mag u het zeggen. O ja, ze heeft ook nog wiskunde gestudeerd. Die hebben we namelijk nodig voor de statistieken en andere leugens.

Deze drie adviseren de minister dat de ziekte waar u aan lijdt economisch niet verantwoord is. Dat het teveel Eurootjes kost.
Daarnaast weet Marian Grobbink op Youtube met een duivelse grimas op haar gezicht te melden dat we nog best wat extra kunnen bezuinigen op professionele zorg voor mensen. Dat moet maar door vrijwilligers worden gedaan.

Heeft u, beste lezer, al eens gekeken hoe uw (groot)ouders er aan toe zijn in het verzorgings-, of verpleeghuis waar ze nu zitten? Volgens Grobbink kan Activite met nóg wel wat minder personeel toe. Het is nu eenmaal economisch niet verantwoord om voor al die oude, zieke en nutteloze mensen zoveel geld uit te geven.

Volgens mij zijn er genoeg mensen te vinden die, voor de helft van wat deze drie "verdienen," hun taken met graagte zouden willen overnemen.
Kotsmisselijk word ik er van. 
Wedden dat anti-emetica binnenkort uit het pakket worden geschrapt?

Pax tecum

zondag 29 juli 2012

Het boek van mij

Ik ben een boek. Een groot dik boek vol prenten en verhalen, liederen en poëzie. Dik beschreven met onuitwisbare inkt en met bijna uitgeveegde potloodlijntjes.

Lees mij als een schurkenroman, als een onvoorstelbaar avontuur en lees mij als een krant, koppensnellend vlug. Lees over mijn oppervlakkigheden en mijn diepzinnigheid, mijn boosheid en mijn liefde. Lees me. Lees me dan?

Mijn bladen zijn van goud, van ijzer en van glas. Juweeltjes heb ik, ben ik, en vastgeroest in mijn gewoonten. Doorzichtig en voorspelbaar.
Bladzijden van perkament, vol met oude verhalen. Pagina's van water, olie, vuur, beschrijvingen van golvende bewegingen in mijn bestaan, mijn brandstof en mijn passies.

Wees voorzichtig als je mij leest. Heel wat bladzijden zijn gemaakt van kwetsbaar vloeipapier. Hier lees je al mijn tranen. Sla ze heel voorzichtig om, want ieder blad is doordrenkt.

Alles wat ik vind is geschreven op lucht, soms bewolkt en grauw, dan weer blauw en strak en soms is daar een storm. Blader dan gewoon weer door.

En als je mij dan leest, ontdek dan dat er tussen al die regels heel veel wit zit. En heel veel pagina's met niets daarop. Daar schrijf jij dan weer wat op of ik dat nu leuk vind of niet.

Maar eerst moet je zien dat je mij weet te openen. Mijn kaft is nogal zwaar, gemaakt van lood en van beton. Een zwaar gouden slot houdt de kaften bijeen en zij die de sleutel weten te bemachtigen lezen en kijken en zingen met mij mee.
Die sleutel is niet zo moeilijk te vinden. Hij heet oprechtheid en waardigheid, eerlijkheid en liefde. 

Kom op! Lees me! Lees me dan!?

maandag 16 juli 2012

Vroegâh

Vroeger kon je nog wel eens lekker met iemand discussieren over allerhande onderwerpen. Hard en meedogenloos werd dan de ene stelling na de ander op tafel gesmeten waarna degene die het er niet mee eens was bijkans van zijn stoel viel van verontwaardiging en met de nodige stemverheffing zijn tegenargument in de strijd wierp.

Vroeger konden die discussies ook bestaan uit louter argumenten omtrent het besprokene en eigenlijk helemaal niet op de man gespeeld worden. Dat heette debatteren of discussiëren of zelfs disputeren.

Ik heb zulke disputen nog wel eens met vriendje Rob. Onder het genot van een lekker glaasje bier kunnen wij heftig discussieren over allerhande onderwerpen: politiek (hij D66, ik SP), muziek (hij Phil Collins, ik gruw ervan), of een synthesizer nu een instrument is of een apparaat (hij instrument, ik apparaat), dat soort zaken.
Soms gaat de discussie er zo heftig aan toe dat wel allebei pisnijdig zijn en elkaar "voor straf" een paar weken niet aankijken. Dat is gewoon lekker! Al blijven we elkaar in die paar weken dan wel gewoon gedag zeggen. Dat niet aankijken behelst eigenlijk niet meer dan een elkaar toegeworpen blik die zegt: "Ik ga even niet meer met jou in discussie."

Op een gegeven moment, een moment dat niet nader te omschrijven is, is die situatie over en hebben wij gewoon weer onze gesprekken als vanouds. We hebben dan ook een gezamenlijk belang: we verblijven met enige regelmaat in dezelfde ruimte, zoeken ons vertier in dezelfde omgeving en gaan met dezelfde mensen om. Het zou natuurlijk van een bedroevende trieste instelling getuigen dat gezamenlijke belang te schaden.

In de Alphense politiek gaat dat een béétje anders.
Ik heb ooit in een reactie op Alphens.nl een indruk gegeven die ik had van Ruud Gebel, de fractievoorzitter van de VVD. Ik kende de man niet en ik ken hem nog niet. Wanneer ik hem tegenkom in het stadhuis draait hij zich ostentatief om en beent weg. Ik schreef mijn indruk naar aanleiding van een column die hij zelf geschreven had. Het ging hier om het gedrag van Ruud dat ik niet in overeenstemming vond zijn met wat hij zelf schreef. Het ging om geïnformeerd vertrouwen waar hij over schreef en waarbij ik constateerde dat er geen of veel te weinig informatie werd verstrekt en het dús niet gek is dat ik hem niet vertrouw. Waarover is nu even irrelevant. Het ging ook over de wijze waarop Ruud meende te meten melden waaróm wij de Alphense politici moesten vertrouwen. Zij waren immers gekozen, zij werden er immers voor betaald en dús waren zij terzake kundig en moest het electoraat zijn waffel maar houden. Ik toonde slechts de ridiculiteit van deze stellingname aan.
Het gevolg was dat Ruud en plein publique (want: op Twitter) meende te moeten melden dat hij "zoiets niet hoeft te pikken van een min mannetje". Dit uiteraard in volle tegenspraak met zijn stellingname dat men en plein publique beschaafd en netjes met elkaar dient om te gaan. 
Ruud meende mij daarom te moeten blokkeren op Twitter. Dat is natuurlijk zijn goed recht, de functie zit er niet voor niets op, maar het tekent natuurlijk wel de onmacht en de onwil om te luisteren naar wat een ander te vertellen heeft.

Voor dat u nu denkt dat het hier alleen om Ruud Gebel gaat: Nee hoor! Ook René Driesen, de fractievoorzitter van GroenLinks, kan er wat van. En bij de discussie met René ging het niet eens over politieke zaken. Nee, het ging over of The Cats, u weet wel, die Volendamse band rond Piet Veerman, bagger was of niet. Zo'n lekker typische kroegdiscussie die ten diepste natuurlijk nergens over gaat, maar waar ik vanuit mijn vaktechnische inzichten (muziek en theater) best iets zinnigs over te vertellen heb. Deze kroegdiscussie vond overigens op Facebook plaats.
René vindt het niet kunnen dat iets wat hij mooi vindt op grond van vaktechnische argumenten door ondergetekende als bagger wordt bestempeld en besluit de blokkeerfunctie te gebruiken. Ontvrienden of ontvolgen is niet voldoende, nee nee. Blokkeren die hap!

Van beide heren is dat natuurlijk van een bijzonder kinderachtig niveau. Toch neem ik het beide heren niet kwalijk, mits ze na 2013 niet meer terug te vinden zijn in de Alphense raad.
Stelt u zich eens voor dat hetzelfde gebeurt in de Alphense raad. Er wordt iets gezegd door één der raadsleden en ergens, op een andere stoel, wordt een bordje omhoog gehouden waarop met chocoladeletters "GEBLOKT" is geschreven. De wereldpers zou ervan smullen!

Beide heren hebben niet door dat social media als Facebook en Twitter niet alleen maar "leuk voor erbij" is, maar dat die social media tegenwoordig van het allergrootste belang is om jezelf te profileren als politicus en te vernemen wat "de burger" denkt, ook al "like" je het niet. Door mensen te blokkeren geef je slechts aan dat je geen interesse hebt in datgene wat er leeft onder de bevolking, dat je je slechts richt op de grote zwijgende meerderheid, het stemvee, ten einde na de verkiezingen gewoon door te gaan met datgene waar je geen verstand van hebt.

Beide heren zien niet dat wij hier een gezamenlijk belang hebben: Alphen aan den Rijn heet dat gezamenlijke belang. Van harte hoop ik dan ook dat men zich, bij zowel de Alphense afdeling van de VVD als de Alphense afdeling van GroenLinks, gaat realiseren dat men beter af is met een aantal mensen die wél in staat zijn mee te gaan in de vaart der volkeren, die wél in staat zijn, zoals vroegâh, gewoon eens lekker boos te zijn op iemand die zijn waffel opentrekt, maar vervolgens toch de beschaafdheid in acht kan blijven nemen om te blijven luisteren. "Like" it or not!

Maar ik maak me geen illusies hoor! Ik loop al wat langer mee dan vandaag! Het zou zomaar kunnen dat politici nu na gaan denken over hoe social media tóch te implementeren is in de moderne politiek.
Ik weet bijna zeker dat het eerste punt op de agenda van de eerste raadsvergadering na het reces is of het laten maken van blokkeerbordjes voor in de raadsvergaderingen Europees moet worden aanbesteedt of niet!

Pax tecum!

vrijdag 6 juli 2012

krokodillentranen

Tandartsen huilen dikke krokodillentranen. De prijzen zouden moeten dalen. Dat was het idee. In tegenstelling tot dat idee zijn de prijzen gestegen met ruim 9 procent. Volgens eigen onderzoek van de tandartsen zelf (de slager die zijn eigen vlees keurt) met "slechts" 4 procent.

Zij begrijpen kennelijk niet dat, of het nou 4 of 9 procent is, het in beide gevallen niet de bedoeling was.

En dan de huilerige drogredenering dat de overheid het anders zelf wel met 3 procent had verhoogd. Dat zou dan hoogstens een inflatiecorrectie zijn geweest.

Wat Nederlandse tandartsen (die hun in loondienst werkende collega's neerbuigend aanduiden als niet-praktiserend) graag gevoelen is dat zij vooraleerst ondernemer willen zijn en dan pas tandarts.

Dat is mijns inziens net even de omgekeerde wereld. Mijn opmerking aan graaiende tandartsjes is simpel: je koopt maar een minder dikke auto, en als je zonodig de ondernemer wil uithangen dan huur je maar een marktkraam waarin je de zakdoeken gaat verkopen voor al die grote krokodillentranen!

Pax tecum!