dinsdag 8 juni 2021

De afwijzing.

Na ruim een halve eeuw op deze aardkloot ben ik ergens achter gekomen.
We leven namelijk van de ene naar de andere afwijzing.
En o, wat klinkt dat heerlijk defaitistisch! Maar nee, beste lezer, dit inzicht, deze levenswijsheid, is verre van defaitistisch.
Ik heb namelijk ook ontdekt dat de afwijzing een belangrijke functie vervult in het vormen van een positieve opinie over mijzelf.

Sommige mensen raken enigszins van de kaart als ze een afwijzing krijgen en, toegegeven, de wijze waarop de afwijzing geschied is wel van belang hierin.
“Het spijt ons u te moeten mededelen dat we iemand hebben gevonden die beter aan onze kwalificatie-eisen voldoet” klinkt toch anders dan “rot op, idioot!” of “Ik hou niet meer van jou”.
Maar als ik er een kleine huis-, tuin-, en keukenanalyse op loslaat, maakt uiteindelijk de wijze waarop niet zoveel meer uit. De afwijzing zegt namelijk meer over de afwijzer dan over de afgewezene en dat maakt de wijze waarop dus ondergeschikt.

Zo heb ik alledrie genoemde afwijzingen wel eens mogen ontvangen. En vele malen meer.
In het vak dat ik de afgelopen 15 jaar met veel plezier heb mogen uitoefenen, dat van acteur en muzikant, ben ik vele, vele malen afgewezen. Iedere casting, iedere auditie, is een soort sollicitatie en in 99 van de 100 gevallen is het antwoord een afwijzing.
Dat betekent niet dat ik slecht ben in wat ik doe, of niet goed genoeg. Het betekent slechts dat degene die mij afwijst een ander beeld in zijn hoofd heeft over hoe hij die rol ingevuld wil hebben.
Vaak zijn de zaken waardoor ik die afwijzing krijg, zaken waar ik niets aan kan doen, part noch deel aan heb. Misschien ben ik wel net te lang of te kort, net te oud of te jong, net te dik of niet dik genoeg voor dat beeld dat zo'n regisseur in zijn hoofd heeft.
Tel daar dan bij op dat wanneer ik het resultaat zie van datgene waarvoor ik op de casting bent geweest, ik vaak de vaste overtuiging heb dat ik dat dan toch beter had gedaan. Niet omdat ik mezelf zo overschat, maar omdat het resultaat zo bedroevend slecht heeft uitgepakt. Ieder ander had het beter gedaan. En dat is een opsteker.
De afwijzing “Ik hou niet meer van jou” werd gevolgd door een scheiding en een nieuwe relatie. Voor haar. Verscheidene zelfs. Ze is er niet op vooruitgegaan, zeg maar. En telkens is zij de afwijzer. Het zegt dus meer over haar dan over de mannen die zij afwijst. Een opsteker dus.
De afwijzing “rot op, idioot” komt in heel veel vormen voor. Deze afwijzing is in verreweg de meeste gevallen niet eens persoonlijk. Zo krijgen verkeersregelaars dat nog wel eens naar hun hoofd geslingerd. Het is echter geen afwijzing van hen als persoon, maar van hun functie en het verbod om te mogen doorrijden. En ook dat is dus een opsteker. Het betekent dat ze hun werk goed doen.
“Rot op, idioot” komt ook heel veel voor op een meer beschaafde wijze. Ik krijg ze nog wel eens als ik bij een supermarkt sta in te zamelen voor de voedselbank.
“Ik zie dat er mayonaise op het lijstje staat. Dat is toch raar, zo'n luxe product? Die mensen kunnen best zonder mayonaise!”
Of op een hele beschaafde manier:
“O, meneer, ik vind het geweldig wat u doet, maar ik woon in een hele nette buurt, dus ik denk dat het weinig zin heeft!”
En ik bezweer u, lieve lezer, ik verzin het niet! Het zijn de mooiste opstekers die ik op zo'n dag ontvangen kan.
De conclusie moet dus, na ruim een halve eeuw afwijzingen van allerlei slag, zijn:
De afwijzing is de beste aanwijzing voor de goede weg waarop je je bevindt en daarmee een opsteker van jewelste. Ik verklaar dan ook de woorden afwijzing en opsteker synoniem.
Des te af, des te op!